Wie met zijn auto de weg op wil, moet een autoverzekering afsluiten. Verplicht. Maar waarom is deze verzekering opgelegd en niet optioneel?
Het antwoord
De verplichte maar relatief goedkope autoverzekering voor wettelijke aansprakelijkheid is ingesteld door de wetgever. Op die manier zorgt de wetgever dat iemand die, onverhoopt, betrokken raakt bij een ongeluk altijd schadeloos wordt gesteld. Ook als de veroorzaker geen geld heeft.
De verzekering geldt niet alleen voor auto’s, maar is er voor álle motorrijtuigen. Dus ook voor:
- Een motor
- Een bestelauto
- De brommer
Reden: bescherming van de slachtoffers
Deze wet is ooit bedacht om de slachtoffers te beschermen. Want stel je eens voor dat je een ongeluk veroorzaakt. Dit is een behoorlijke schadepost voor het slachtoffer, die materiaalschade oploopt aan zijn auto, brommer of fiets.
De vraag is: kan iedereen deze kosten dragen? Waarschijnlijk niet. Daarom is de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) bedacht. Hiermee wordt voorkomen dat slachtoffers in het verkeer tweemaal worden benadeeld: éénmaal door het ongeluk en éénmaal omdat er geen geld is voor een schadevergoeding.
Achtergrond
Wie een auto heeft, moet zichzelf verzekeren. Dit is zo vastgelegd in de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen, ook wel de WAM genoemd. De verzekering zorgt er níet voor dat de schade aan jouw auto is gedekt. Maar wel de schade die jij bij een ongeval zou kunnen aanrichten bij een andere.
De schadepost bij lichamelijk letsel kan heel hoog uitvallen. Bijvoorbeeld bij een whiplash, dwarslaesie of botbreuk. Kan iemand niet meer werken, dan is de veroorzaker van het ongeluk aansprakelijkheid voor de gemiste inkomsten. Dat kan oplopen tot tonnen.